Toespraak Wouter

Welkom vandaag allemaal. Wat ontzettend prachtig dat jullie hier allemaal zijn. Ik zou jullie zo veel over mijn moeder willen vertellen. Zo verschrikkelijk veel. Over alleen al het afgelopen jaar zou ik de hele dag kunnen praten. Maar daar is nu de tijd niet voor.

De komende 40 jaar, 50 jaar, 60, hoe lang is mij nog gegeven? – zal ik jullie daar zeker wel mee vervelen, of niet.

Ik kan niet alles vertellen. Mijn vader heeft iets verteld over hoe mijn moeder vroeger was. Marije heeft ons verteld hoe mijn moeder als moeder was. Ik wil jullie graag iets vertellen over de tijd dat mijn moeder ziek was. Hoe zij dat heeft ervaren en hoe wij dat hebben ervaren.

Het was in juli en mijn moeder onderging de zoveelste test vanwege de pijn die zij hier had. We hebben het afgelopen jaar heel veel uitslagen gekregen en iedere keer waren we weer zenuwachtig, want we wisten dat de kanker op de loer lag.

Ik weet nog, ik was die dag aan het werk in de bollenschuur. Om twee uur ’s middags werd ik gebeld en dat zei eigenlijk al genoeg, want anders had ik wel een sms gekregen.

Als je hoort dat je moeder van top tot teen ziek is, zakt de grond onder je voeten vandaan.

Wij zijn met z’n allen naar Penestin gegaan, ons tweede huis in Bretagne. Daar hebben we een enorm fijne tijd gehad. Ik heb veel met mijn moeder gesproken over het leven, haar ziekte en over de dood. Waar zij niet bang voor was.

Mijn gesprekken en de gesprekken die zij met anderen heeft gehad, moeten haar goede hoop hebben gegeven, want vol moed kwam zij terug. En thuis was zij klaar om te vechten tegen de kanker.

Zij had gelezen dat het mogelijk was om twintig jaar te overleven met botkanker, dus dat was dan ook daar doel. En daarmee de mijne. Wij hebben alles gedaan om haar daarin bij te staan. Samen met mijn vader heb ik een ideaal dieet samengesteld, zodat de randvoorwaarden perfect waren. Maar helaas moesten we iedere maand onze doelstellingen aanpassen, totdat we blij waren met ieder uur.

Het was een mooie tijd, zes maanden lang heb ik onvoorwaardelijke liefde voor mijn moeder kunnen tonen. Als ik uit school kwam ging ik naast haar liggen in bed, we bespraken de dag, ik zette thee voor haar en ik kookte en ik deed alles om het haar zo fijn mogelijk te maken. Dat zelfde geldt voor Marije, Merel en in het bijzonder nog Henk. Toch is het pijnlijk, het is pijnlijk dat er kanker nodig is om de onvoorwaardelijke liefde voor je moeder te kunnen tonen.

Natuurlijk heb ik altijd zielsveel van mijn moeder gehouden, maar pas sinds de kanker er is zijn de remmen los. Als puber was het moeilijk om mijn moeder een zoen te geven, een knuffel te geven of te zeggen ik houd van jou, maar de laatste zes maanden kon alles en alles was oprecht. Mensen maak alsjeblieft niet dezelfde fout als ik en toon elkaar de liefde die we verdienen en die je voelt.

24 december 2009, een jaar geleden, stond ik op de top van de Kilimanjaro samen met mijn vader. Een absoluut hoogtepunt in mijn leven. Op dat moment zat mijn moeder thuis en moest zij de feestdagen vieren zonder het bijzijn van het hele gezin en dat was pijnlijk voor haar, want mijn moeder hechte heel veel waarde aan kerstmis, oud & nieuw en Sinterklaas. Met het idee dat wij het dit jaar wel goed konden maken, hebben wij toch veel plezier gehad en we konden niet vermoeden dat 24 december 2010 een absoluut dieptepunt in ons leven zou worden. Want een moeder, daarvan heb je er maar een en je verliest haar maar een keer.

Toen mijn moeder kwam te overlijden was een van de eerste vragen die ik mijzelf stelde: waar is ze nu? En ik heb geroepen: Waar ben je? Laat wat horen! Is ze in de hemel, is ze hier bij ons of is ze nergens meer? Ik weet niet wat ik moet geloven, ik weet alleen maar wat ik wil geloven: ik hoop dat ze dit kan zien, dat zou ze prachtig vinden.

Wat ik wel weet is dat het laatste niet waar is, ze is niet nergens. Dat kan niet. Ik geloof heel sterk in ideeën. Jullie zien het schilderij staan, dat is het schilderij dat wij gebruikt hebben voor de rouwkaart. Het is een schilderij van mijn moeder, het is haar idee, het zijn haar kleuren, haar fantasieën en het zijn haar bewegingen die jullie op het doek zien staan. De ideeën van mijn moeder bestaan dus nog.

Maar ook de rode kist is een idee van mijn moeder, zoals Marije al vertelde. Thuis staan onze keukenkastjes nog steeds vol, met spullen die door mijn moeder zijn gekocht. Wasmiddelen gaan doorgaans langer dan een half jaar mee en dus kan ik nog steeds zien aan de merken, de kleuren en de geuren, dat daar de ideeën van mijn moeder achter zitten.

Maar het gaat nog verder. Ik zou trots zijn en zeg mij als het anders is, dat hier een stukje Helen staat te presenteren, staat te vertellen. Want behalve dat ik genetisch verwant ben aan mijn moeder, is het nog veel belangrijker dat zij mij heeft opgevoed met haar ideeën, normen en waarden en ideologieën. Het zal u dan ook niet verbazen, dat wanneer u de komende weken, maanden en jaren bij ons over de vloer komt, dat u nog steeds een belangrijk gedeelte van mijn moeder terug vindt in ons.

Maar het gaat nog verder. Er zijn ruim driehonderd mensen die een stukje Helen bij zich dragen. Driehonderd mensen ruim, want anders was je niet gekomen. Ook jullie dragen allemaal een stukje Helen.

Twee weken geleden op 16 december sprak ik met mijn moeder in het ziekenhuis en eigenlijk was het een monoloog, want ik was de enige die sprak. Ik wilde nog een keer alles vertellen wat ik haar had te vertellen, want wij besefte toen al dat het een aflopende zaak was. Aan het einde van mijn woorden, wilde ik eigenlijk heel graag iets terug horen en ik vroeg haar: Mam, is er nog iets wat jij wilt vertellen? En met heel veel moeite sprak ze drie legendarische woorden, die wij nooit zullen vergeten en die wij met jullie gedeeld hebben op de rouwkaart. “Vrienden voor altijd”.

En dat staat ergens voor, want vroeger als een van ons boos was, of we ruzie hadden, dan wilden we dat eigenlijk zo snel mogelijk goedmaken, want wie wil er nu ruzie met z’n moeder, of vader? Dan liep ik naar mijn moeder toe en zei ik: Mam, zijn we weer vrienden? En dan was het antwoord steevast: We zijn vrienden voor altijd.

Marije vertelde over de laatste wens van mijn moeder “Drie gelukkige kinderen”, maar er is meer. Die drie kinderen moeten vrienden voor altijd zijn.

Vlak nar het overlijden van mijn moeder hebben Marije, Merel, Henk en ik elkaar gezworen dat wij elkaar voor het leven trouw zijn en dat geen ruzie lang mag duren.

Driehonderd mensen aanwezig ruim en jullie zijn mijn getuigen. Henk, Merel en Marije in mooie en moeilijke tijden, ik zal er altijd voor jullie zijn.

Lieve mensen, bedankt dat jullie hier zijn. Het moet een mooie dag worden en tot zover is het dat. Bedankt.