Toespraak Marije


Bedankt dat jullie hier vandaag allemaal gekomen zijn. Mijn moeder zou versteld hebben gestaan van deze grote hoeveelheid mensen. Want al had ze veel vrienden, zelf zei ze vaak dat ze niet bepaald trouw was in het onderhouden van contact. Maar als er dan uiteindelijk een afspraak gemaakt was, ontving ze haar vrienden gastvrij en met veel warmte. Daarom werd het haar waarschijnlijk ook altijd weer vergeven. En nu zijn jullie allemaal gekomen op haar laatste afspraak.

Oh, mama, ik hoop dat je ziet hoeveel mensen er speciaal voor jou gekomen zijn.
We passen maar net aan allemaal in de zaal.

Mijn moeder was fantastisch. Dat is niet alleen mijn mening, dat hoor ik ook in mijn omgeving. Velen hebben tegen mij gezegd dat ze haar altijd gekend hebben als een lieve, warme, vrolijke, zorgzame vrouw, die erg trots op haar kinderen was. En dat maakt mij dan weer zo trots.

Ze deed werkelijk alles voor haar kinderen. Altijd stond ze voor ons klaar. Ze zou alles voor ons gegeven hebben en soms cijferde ze zichzelf daarbij weg. Het is haast onvoorstelbaar hoeveel liefde één persoon kan geven. Toen ze in het ziekenhuis lag, vroeg ik haar wat haar grootste wens was. Ik dacht dat ze zou zeggen ‘beter worden’, maar nee, haar grootste wens was ‘drie gelukkige kinderen.’ Haar liefde voor ons was werkelijk onvoorwaardelijk.

En weet je, mam? Dat geldt andersom ook. Ik houd ook zo ontzettend veel van jou.

Mijn moeder maakte het altijd gezellig voor ons. In ons kleurrijke huis, maar ook buitenshuis. Ik heb daardoor zoveel mooie herinneringen. Met misschien wel de mooiste herinneringen aan al onze vakanties in Penestin, waarbij er elk jaar weer meer familieleden en vrienden meegingen om van ons geluk daar te proeven.

Met z’n vijven waren we een heel hecht gezin. We hebben zoveel mooie reizen gemaakt, letterlijk en figuurlijk. En nu moeten we ineens afscheid nemen van één van onze musketiers. Van de dapperste musketier nog wel. Want wat was mijn moeder dapper! Ze is mijn held. Ze heeft een felle strijd geleverd en daarmee het noodlot 11 jaar weten uit te stellen. Ze heeft tot het bittere einde gevochten, ze heeft alles gegeven, tot aan haar laatste adem, want ze wilde niet opgeven. Zelfs toen de ziekte zijn tol begon te eisen bleef ze volhouden. Alles om maar bij ons te blijven. ‘Opgeven’ kwam in haar woordenboek simpelweg niet voor.

Toen ze in het ziekenhuis hoorde dat ze naar huis mocht, straalde ze van blijdschap. Ik heb nog nooit iemand zo verrast zien kijken. En wat waren de dagen thuis fijn! Velen slagen won zij, naar mijn mening een klein wonder, en nogmaals een teken van haar wilskracht. Maar de laatste slag heeft zij echter verloren, en zo heeft de kanker tóch gewonnen. Het is zo oneerlijk. Dit had ze niet verdiend. Haar grote ogen die me vanuit het bed aanstaren, staan op mijn netvlies gebrand. En ik zal nooit vergeten hoe ze in mijn hand kneep. Als ik aan mijn moeder denk, dan denk ik aan haar eeuwige glimlach. Zelfs tijdens haar laatste dagen, glimlachte ze van oor tot oor wanneer ze één van ons zag. Zo’n glimlach waaraan ogen, wangen, mond en wenkbrauwen mee doen.

Ons verdriet is immens. Ik weet eigenlijk niet hoe ik zonder mijn moeder verder moet. Ik wil nog zoveel met haar delen. Maar zij zou zeggen:
“Nu moet je sterk zijn, Bijtje. Je moet doorgaan met je eigen leven en bij geliefden zijn.”
En sterk is ons gezin. De dag voor Kerst overleed mijn moeder, maar kerstmis werd de volgende dag gewoon gevierd; met een diner, cadeautjes, een lach en een traan. Zo zal het nu elk jaar gaan. Genietend van mijn moeders recepten en van elkaars gezelschap, met mijn moeder in gedachte in ons midden.

Voor vandaag had mijn moeder twee wensen. Ze wilde in een rode kist begraven worden en daarnaast wilde ze graag dat er op haar begrafenis niet te veel getreurd zou worden, maar dat er vooral gevierd zou worden dat ze een mooi leven heeft gehad.
De rode kist staat er. Dat was eenvoudig in vergelijking met haar tweede wens.
Toch zal ik proberen ook die te vervullen. Ik zal mijn best doen mijn verdriet vandaag even te laten varen en een toost uit te brengen op het leven van mijn moeder.

Helen -of Diny- heeft al onze harten verwarmd tijdens haar 61 jaar op deze wereld. En voor hen die het dichtstbij haar stonden, zal geen moment van deze dierbare tijd verloren gaan.

Mijn moeder heeft me beloofd om mij na haar dood een teken te geven… dat ze er nog steeds is.
Op dat teken zal ik wachten. Maar ook zonder dat teken weet ik dat mijn moeder eigenlijk nooit echt weg zal gaan van ons. Zij zal voortleven in de aarde onder onze voeten, de lucht boven ons hoofd en vooral in onze harten. Zo zal ze altijd bij ons zijn. Ik ben haar niet echt verloren, want daarvoor gaf ze te veel. Wat zij zei dat blijf ik horen, van wat zij was ben ik een deel.

Ze wilde graag oma worden. Ik zal de herinnering aan mijn moeder hoog in eer houden, ook bij mijn eigen kinderen later, zodat ze weten wie hun oma was. Namelijk de liefste en meest dappere vrouw die ik ooit gekend heb. Ik ben trots op het feit dat ik kan zeggen dat ze MIJN moeder is. Ze was en is namelijk de leukste en mooiste moeder van de wereld. En ook al weet ik dat dit een subjectieve waarheid is, ik kan me niet voorstellen dat er een andere waarheid bestaat.

Lieve mama; bedankt voor alle liefde, warmte, goede raad en gezelligheid!